Vluchtroutes

De Dollard, Kanalpolder

Vluchtelingen die in Emden aankwamen en onderdak vonden bij kameraden vluchtten ofwel vanuit de haven van Emden op vissersboten via naar Delfzijl Nederland in of ze werden door kameraden uit Emden naar Petkum gebracht. Van daaruit staken ze de met het veerbootje Eems over naar Ditzum en gingen vandaar naar Ditzumerhammrich, waar ze ondergebracht werden bij kameraden. Enkele van deze kameraden waren Ido en Christian Reck en hun vrouwen Roelfkea en Harmanna. Christian en Harmanna waren landarbeiders op een staatsdomein in de Heinitzpolder tot de oorlog. Iemand uit de familie van Reck vertelt: "Wat ik weet van mijn oudtante is dat haar man Christian altijd thuiskwam met een man die een dag bleef en dan de volgende nacht over de Dollard naar Nederland werd gebracht. Ze zei altijd 'over Dullert' (over de Dollard). Dit betekent dat hij waarschijnlijk met een wadslee (een 'Kreier') naar een Nederlandse vissersboot werd gebracht.

De vissers hadden boten met platte bodem, waarmee ze de Dollard over konden steken. Maar dat was niet onder alle weeromstandigheden mogelijk, waardoor bij vertragingen de situatie voor de vluchtelingen groter werd.

Hermann Prüser, die namens de KPD een groep vluchtelingen begeleidde, meldt dat ze eerst ondergebracht werden in een vissershut aan de Dollard, die van een kameraad was die al opgepakt was.

Voordat de vluchtelingen de Dollard overgebracht konden worden, moest eerst contact worden gelegd met de Nederlandse kant.

"Met de motorfiets hebben ze het contact met de Nederlanders gelegd. Anders hadden de Nederlanders helemaal niet geweten, waar we waren. En het kwam op uren aan. Er moest direct hulp geboden worden."

Of de oversteek over de Dollard daarna ook echt vanaf deze plek aan het Buttje Pad gebeurde, is niet precies op te maken. Het zou kunnen zijn dat een locatie iets meer naar het noorden beter uitkwam. Hermann Prüser beschrijft de problemen die bij deze vluchtpoging en ondervonden werden:

"De eerste avond kwamen de Nederlanders niet. Wij waren natuurlijk kwaad. Wij kennen de waterstanden immers niet. Dus scholden we op de Hollanders, omdat ze niet waren gekomen, terwijl ze het toegezegd hadden. De volgende morgen kwam er een Nederlandse vrouw. Ik sprak geen Nederlands. Maar de vrouwen uit Emden konden zich uitstekend verstaanbaar maken aan haar."

Het bleek dat de Nederlandse vissers wel waren gekomen, maar door de waterstand niet hadden kunnen aanleggen. Ook de volgende nacht lukte dat niet. Na overlog werd besloten verder af te wachten. De vluchtelingen zelf wilden onder geen beding terug.

De daaropvolgende nacht lukte het de Nederlanders wel om de Duitse vluchtelingen aan boord te nemen:

"In de nacht van maandag op dinsdag is het gelukt. Toen hadden de Nederlanders planken meegebracht. Die hebben ze neergelegd, zodat de vluchtelingen in de boot konden komen. Ze hebben ze niet in een keer meegekregen. Ze hebben meerdere malen gevaren. Dat was natuurlijk gevaarlijk, want zowel de Duitse als de Nederlandse waterpolitie patrouilleerde. Dinsdagmorgen kreeg ik bericht: ze waren allemaal aangekomen. Wat was ik toen opgelucht."

Hendrik Schwertmann — landarbeider en CPN-raadslid in Finsterwolde — maakte mee hoe twee pogingen met een vissersboot mislukten:

"We hadden al vaker van die pogingen ondernomen. We hadden hier een oude visserman [Eppo Bulten]. Dat was een echte zeerob. Die ging met zijn boot, met onze hulp, over de slikken. Dan hoefden we niet door de sluis bij Nieuwe Statenzijl te gaan. We zijn met z'n drieën in de boot gegaan. Bulten, Siemons en ikzelf. De boot liep echter vast in de slikken van de Dollard. We hebben nog gewacht‚ maar er kwam niemand meer. Teen hebben we gezegd: 'Laat ze maar over de Statenzijl komen.'"

En zo werd besloten om nog in het voorjaar van 1933 de oversteekplaats aan de grens bij Nieuwe Statenzijl te proberen.

Rode Hulp - De opvang van Duitse vluchtelingen in Groningerland, p. 73

Rode Hulp - De opvang van Duitse vluchtelingen in Groningerland, p. 73

Rode Hulp - De opvang van Duitse vluchtelingen in Groningerland, p. 73

Rode Hulp - De opvang van Duitse vluchtelingen in Groningerland, p. 77